Website van de Henk & Wilma Rinkens

2010-11 Thailand na de overstroming

Al enkele weken voordat we  vertrokken (alweer de 6de keer) was Thailand flink in het nieuws.
Niet door de vele onrusten tussen de aanhangers van de ex premier Taksin en de aanhangers van de huidige regering,  maar door de vele overstromingen die t.g.v. de regenval door de Typhoon Juan.

Vooral centraal en oost Thailand had het zwaar te verduren gehad en dus ook Ayutthaya, waar onze fietsen staan.
Het weekend voor vertrek hebben we nog contact gehad met de eigenaars van het Baan Thai House om te informeren naar de toestand. Het water bleek gelukkig alweer iets te zijn gezakt en zodoende stond niets meer in de weg om weer in Ayutthaya te starten met onze fietsvakantie welke zou beginnen op 8 november.

We hadden de eerste keer geboekt bij de Emirates, omdat deze vliegmaatschappij uitstekend uit de test kwam en tevens omdat we nu zonder fietsen meer keuze qua vliegmaatschappij hadden.


Ruimere zitplaatsen, nieuwe vliegtuigen en een uitstekende catering, zo stond het geschreven.
Alleen geen rechtstreekse vlucht, maar een tussenstop van 3 uren in Dubai, om de benen even te kunnen strekken.
Om 14:40 vanuit Düsseldorf vertrokken en 6 uren laten in Dubai met een Boeing 777, een reusachtig vliegtuig.
Het vliegveld in Dubai was geweldig  met een ongelooflijke hoeveelheid shopping mogelijkheden.
Ondanks dat alles geprijsd was in Dirhams kon men ook met de Euro betalen.
Om 3:15 uur plaatselijke tijd zouden we met een ander vliegtuig; een Airbus A380-800 (dat type dat veel problemen had met de motor….) naar Bangkok vertrekken.
Echter kregen we na een half uur te hebben gewacht  in het vliegtuig te horen dat een probleem was met een computerprint en dat we moesten wachten totdat deze gerepareerd was.
Na wederom een half uur te hebben gewacht kregen we te horen dat reparatie op korte termijn niet mogelijk was en we met een ander vliegtuig zouden vertrekken.
Enkele uren later werd het sommigen met name oudere mensen te veel en deze lieten hun frustraties los op de crew die er gelukkig kalm bij bleven en zich enkel verontschuldigden voor het ongemak.
Na meer dan 4 uren bij de gate te hebben gewacht, en dat was voor mensen met kleine kinderen op dit tijdstip echt verschrikkelijk, was het uiteindelijk ‘boarding’ in het nieuwe vliegtuig.

We arriveerden even na 18:00 uur in Bangkok en van daaruit ging het allemaal simpel en snel.
Een sim kaartje voor onze telefoon met internet op de luchthaven zou weer ervoor zorgen dat we bereikbaar zouden zijn en altijd onze mail kunnen bekijken. We zijn zodoende weer bereikbaar.

Aan de publieke taxistand kregen we gelijk een taxi voor 1200 Baht die ons naar Ayutthaya bracht.
Onderweg merkten  we dat de taxichauffeur de ogen dicht vielen, waarna we met een praatje en enkele pepermuntsnoepjes deze man wakker hebben gehouden en misschien alleen maar daardoor Ayutthaya hebben bereikt.
Taxichauffeurs komen met name uit het droge en armere oosten van Thailand, wanneer de rijstoogst voorbij is om in Bangkok geld voor hun familie te verdienen.
Zodoende zijn arbeidstijdenwetten voor hun onbekend en zullen zij (te) vele uren achter het stuur zitten.
Enkele honderd meters voor de ingang van het Baan Thai house konden we de rijen zandzakken nog zien liggen die ervoor gezorgd hadden dat het water niet de huizen in zou lopen.

Tevens zagen wij dat de drijvende markt en het olifantenverblijf alleen nog voor de olifanten toegankelijk was.
Dus voor velen geen inkomsten de komende tijd.


Een hartelijk ontvangst wachtte ons in het Baan Thai House door Bun-ga, een van de beide zussen.
Na een douche en een eerste Thaise maaltijd vielen we al heel gauw, na 28 uren wakker te zijn geweest, op het grote bed in ons huisje in slaap.

De volgende dag hebben we onze fietsen reisklaar gemaakt en  hebben met een kort ritje naar een winkelcentrum onze fietsen getest; alles prima!
We kregen zelfs hulp van de tuinman en de bewaking bij het oppompen van de banden.

Tevens hebben wij, nu we de status van de overstromingen in beeld hadden, de route uitgestippeld welke we zouden gaan fietsen de komende dagen.

Tijdens onze trip langs de tempels in  Ayutthaya zagen we mensen die hun hele hebben en houden op het dak van hun huisje hadden gezet, omdat dat nog geheel onder water stond.
Dit probleem speelde vooral voor mensen die in de lagere gedeeltes langs de Chao Praha rivier wonen.

Een hele mooie tempel in Ayutthaya was de wat Yaichaimongkhol, met een grote liggende Boeddha.
Hier drukten vele gelovigen een muntje tegen de voeten omdat dit geluk zou brengen.

Bij de Wat Mahatat (ja een van de velen tempels met deze naam) was een stenen hoofd van Boeddha in een boom ingegroeid, natuurlijk een plekje waar iedereen een foto van wil hebben.

Vanuit Ayutthaya vertrokken we de volgende dag voor onze eerste trip van 75km naar Lop Buri en dat viel niet mee door de tegenwind (noord-oosten wind) en later op de dag door de hitte.
In Lop Buri hebben hadden we gekozen voor het Lop Buri Inn Resort. (onze routeplanner loodste ons echter in de stad de verkeerde kant op) waarbij we na wat informatie onderweg toch het beste hotel van Lop Buri vonden.
Het resort bestond uit bungalows en overal zag men beelden van apen.
In de kamers, rondom het zwembad, op de bungalows en zelfs in het restaurant zaten apen.

We hadden echter niet in de aap gelogeerd; zoals op de foto’s is te zien, dit was namelijk een resort voor de chique Thai zoals te merken was aan de auto’s die voor de bungalows stonden.
Een poging om later op de dag een tempelruïne te bezichtigen mislukte omdat wij tijdens het fietsen merkten dat het verder was dan gedacht en we al flink last hadden van de zon.
De volgende ochtend hebben we na ons vertrek naar Sing Buri wel nog een bezoek gebracht aan de echte apen.
Voordat we de stad uitreden zagen we namelijk waarom overal in de stad beelden van apen te zien waren.


Een oude tempelruïne was letterlijk bezaaid met apen.
Het was maar een korte trip van 35 km naar Sing Buri naar het Sing Buri Palace hotel / nu Chaisaeng Palace Hotel.
Dit had nu een andere naam gekregen, namelijk het Chaisaeng Palace en lag direct aan de Chao Phraia rivier.
Voor de prijs van 600 baht was dit echt een aanrader.
Hier kon men ook goed zien hoe hoog het water gestaan had tijdens de overstromingen.


In Sing Buri wilden we 2 dagen blijven om de stad te verkennen en ook de bekendste tempels te bezoeken zoals de wat Phikun Thong met een reusachtig Boeddha beeld van 43 meter hoog.
Via ons navigatiesysteem kwamen we langs de eerste tempel die we op de terugweg wilden bezoeken, de wat Phra Non Chaksi Worawihan op 5 km van de stad waarbij aan de ingang fonteinen met olifanten de ingangsweg sierden.


Het was nog 15 km verder fietsen naar ond hoofddoel de Phikun Thong tempel.
De zon zorgde niet alleen voor de nodige zweetdruppels maar ook voor mooie kleuren om foto’s te maken van het tempelcomplex.

Het Boeddhabeeld was echt gigantisch hoog en van ver in de omtrek al te zien.
Onze routeplanner liet ons een heel andere  weg terug fietsen, waarschijnlijk om zoveel mogelijk van de omgeving te kunnen zien.

De terugweg leek ook korter, en zodoende kwamen we al spoedig bij de 2de tempel, maar dan aan de achterzijde binnen.
Het was er erg druk, waarschijnlijk omdat het zondag was.


Hier was een liggende Boeddha te zien, alleen jammer dat deze geheel in de steigers stond, waarschijnlijk voor schoonmaakwerkzaamheden, want hij blonk als een spiegel.
De volgende ochtend hebben we het ontbijt in het hotel links laten liggen en zaten kort na 6 uur al op onze fietsen voor een tocht van 82 km naar Suphanburi.
Ik had de kortste route op de routeplanner ingesteld en deze voerde ons op zeer smalle en soms onverharde wegen door de rijstvelden.
Een idyllische route met soms een paar huisjes maar voor de rest alleen maar het fluiten van vogels en het geruis van de rijstvelden.
Na al 50 km op deze manier te hebben afgelegd en we op wegen moesten rijden met links en rechts water en de batterij van de routeplanner al in het rode bereik stond hebben we toch maar de drukke weg opgezocht.
Bij een klein winkeltje werd wat te drinken gekocht (en in de handige draagzakjes geschonken)  en even later zorgde een vrouwtje op een brommertje dat fruit verkocht voor een heerlijke verfrissing.


Hierna ging het in een rap tempo (met wind in de rug) naar het Khum Suphan hotel.
Een zeer groot hotel en een luxe kamer voor 1250 bath met douche en ligbad en wifi op de 9de verdieping was een garantie voor comfort.

Suphanburi viel ons op door de zeer nette eetstalletjes, markten waarbij geen vuiltje op de grond lag en restaurants die druk bezocht werden door net geklede mensen, kortom een mooie stad.

Highlights waren een uitzichtstoren van 73 meter hoog met op de 2de verdieping een restaurant, op de 3de verdieping winkeltes en op de 4de verdieping een prachtig uitzicht.

Op ongeveer 2km afstand zagen we vanuit de hotelkamer een reusachtige draak, die een Chineese tempelcomplex sierde.
Deze hebben we als eerste opgezocht en onderstaande foto’s gemaakt.


Hierna zijn we naar de uitzichttoren gereden, die natuurlijk makkelijk te vinden was.
Voor een entreeprijs van 40 bath per persoon werd men met een lift naar de 4de verdieping gebracht.
Hier had men een prachtig uitzicht over Suphanburi en omstreken.

Tevens konden we hier de tempel die we ook wilden bezichtigen lokaliseren (met een beetje hulp van een Thaise werknemer) en kregen al een voorproefje wat ons te wachten stond.
Na in de 2de verdieping nog wat te hebben gedronken hebben we de toren en het parkje eromheen verlaten en zijn met de fietsen op zoek gegaan naar de Boeddha tempel welke op 6km afstand van de toren lag.

De tempel was druk bezocht en we werden aangetrokken door de gebeden van een monnik die diverse al knielende Thais zegende.
Onze aandacht werd opgemerkt door de monnik en zodoende konden we zijn verzoek niet afslaan en niet anders dan ook al knielend voor hem met water besprenkeld te worden de nodige (hopelijk) gunstige wensen in ontvangst nemen.
Alleen het woord ‘farang’ konden we steeds uit zijn teksten opmaken en zodoende wisten we dat het over ons ging. Na afloop kregen we het bekende touwtje om onze polsen gebonden, dat totdat het vanzelf afvalt gedragen moet worden.

Jammer dat dit ritueel niet is vastgelegd op de gevoelige plaat, want hij was zodanig kwistig met het water, dat ik me al zorgen begon te maken om mijn fotocamera.
We waren in ieder geval flink nat, maar bij een buitentemperatuur van meer dan 32 graden eigenlijk alleen maar lekker.

Op beide avonden hebben we in een restaurantje heerlijk gegeten, waarbij we de keuze van ons menu hebben overgelaten aan een meid die goed Engels sprak en duidelijk de leiding had over het personeel en de keuken.
Heerlijke gerechten met kip en vis als basis.

Dit was de bodem voor ons vertrek naar Kanchanaburi de volgende ochtend.
We moesten 90 km fietsen en dus waren we om 6 uur op de fiets met wind in de rug en de zon die zich achter een flink wolkendek verborg.
Kortom ideale omstandigheden en zodoende waren we om 11 uur al aan het hotel dat we de dag van tevoren via Internet geboekt hadden voor een zeer gereduceerd tarief via Agoda.
Onderweg was het op twee plaatsen feest, waarbij kinderen heftig opgemaakt met muziek aan het paraderen waren.
Hier zijn we even blijven kijken en hebben deze mooie plaatjes kunnen maken.

Bij het hotel aangekomen zagen we dat weinig toeristen aanwezig waren in dit normaal overvolle hotel, waarbij ik bij navraag ook nog te horen kreeg dat het hoogseizoen was.
Dit was alweer ons 4de bezoek aan Kanchanaburi en zodoende is het fototoestel in het tasje gebleven en hebben genoten van de bekende zaken om ons heen.
Desondanks hebben we nog een extra dag geboekt om ervoor te zorgen dat ons zitvlees voldoende kans krijgt om te herstellen en dat het een fiets VAKANTIE blijft.
Jammer genoeg waren we nog iets te vroeg want van de 26ste november tot de 5de december zijn diverse festiviteiten in de stad.
Het is namelijk het 3de decenium dat de ‘War is over’ feesten gevierd werden; een feest ter nagedachtenis aan de Jeath oorlog, waarbij Japan in de 2de wereldoorlog Thailand bezette en Engelse, Amerikaanse, Thaise en Hollandse militairen in krijgsgevangenschap moesten werken aan de beruchte Birma spoorlijn.
In een eerder reisverslag hebben we al hierover bericht.

Een hoogtepunt van Kanchanaburi waren de 2 restaurants waar we heerlijke Thaise menu’s gegeten hebben. 
Het River Kwai hotel had zijn beste tijd wel gehad, ofschoon we in voorafgaande jaren dit hotel prezen om zijn comfort.
Dit was ook te merken aan het feit dat geen buitenlandse gasten te bekennen waren en het eerst zo druk bezochte buitenrestaurant met live-muziek nu alleen door verveeld personeel bezocht werd.
Het restaurant op 100m afstand links van dit hotel, was echt voortreffelijk; rustige live muziek, vriendelijk personeel en heerlijk eten; een aanrader voor diegene die Kanchanaburi bezoekt.

Vanuit Kanchanaburi zaten we om 6:00 uur al aan het ontbijt en om 6:30 uur op de fiets op weg naar Ratchaburi. 
Denk maar niet dat je dan alleen op straat bent, het is dan al een drukte van jewelste en overal zie je monniken lopen die eten kregen aangeboden door de Thais en daarvoor in de plaats een klein gebed ontvangen.

Zonder de hulp van de routeplanner hadden we nooit de zig-zag route uit de stad gevonden
Een zeer mooie route met een hoge heuvelrug rechts van ons.
Hier waren vele graven van Chinezen, echter omdat we deze taal (ook) niet machtig zijn, konden we niet achterhalen hoe oud deze waren.

De ligging van deze kerkhoven was uniek in de heuvelrug met zicht op de rivier.
Verder ging onze tocht over smalle wegen totdat de routeplanner ons vroeg af te slaan en we minimaal 20km langs een kanaal gereden zijn.
Dit was heerlijk, vrijwel geen verkeer en prachtige uitzichten zoals onderstaande foto’s laten zien.


Even hebben we rechtsomkeer moeten maken, nadat we rechts af moesten slaan en de geasfalteerde weg overging in een met koeflatten bedekte weg, welke weer overging in een land weg en uiteindelijk stopte op een Chinees kerkhof.

Er waren slechts weinige mogelijkheden voor eet en drinkpauzes, een gekochte meloen en gele cake balletjes met honing waren onze enige versterking.
Enkele kilometers voor Ratchaburi zakgen we dit mooie Boeddhabeeld in een bergwand, waarbij de eigenaren duidelijk een groep apen waren.
Als kwajongens rammelden ze met flinke herrie aan de metalen kroon van het Boeddhabeeld, echter jammergenoeg alleen wanneer ik mijn filmcamera weer in de tas had gestopt.

Hierna hebben we de hoofdweg vervolgd en zijn uiteindelijk na 90km aangeland in het Golden City hotel (nu Rachaburri Hotel).
Dit hotel had wel het nadeel dat het 5km uit de stad vandaan lag, maar dit hadden we daags van tevoren bij Agoda geboekt en had goede recensies.

Na deze 90km snakten we naar vette kost en zodoende hebben we de Big C opgezocht om daar in de KFC te zondigen en later als dessert de 2de helft van de watermeloen op onze hotelkamer.

We wilden de volgende ochtend de drijvende markten bezoeken, maar het personeel achter de hotelbalie dat het vervoer voor ons zou regelen wilde er waarschijnlijk een slaatje uit slaan en vroegen uiteindelijk 1500 bath en dat vonden we niet netjes.
Zodoende hebben we de stad bezichtigd, maar buiten de promenade langs de rivier en een kloktower was hier weinig te beleven.
Achteraf was het teleurstellend om bij een taxi-busstand gevraagd te krijgen of we mee wilden naar de drijvende markt, taxibusjes reden hier voor een gering prijsje op en af naar de drijvende markt, maar omdat deze slechts tot 11 uur in de ochtend was, hebben we hier geen gehoor aan kunnen geven.
Het avondeten in het restaurant van het hotel was ook geen succes, enerzijds waren we de enige gasten en anderzijds was het eten niet wat we ervan verwacht hadden.

De volgende ochtend na een vliegensvlug ontbijt naar Phetchaburi, op zo’n 65km afstand.
Onderweg hoorden en zagen wij bij een tankstation (tijdens onze drinkpauze) een monster van een bus met enorm veel luidsprekers en lampen.

We waren al rond 11 uur aan het hotel, het Royal Diamond hotel, waar ik samen met Leo al eens overnacht had in 2006 (hier was ik toen mijn kamersleutel vergeten in te leveren)
We waren zo vroeg aan het hotel dat nog geen kamer vrij was, maar gek genoeg na 2 minuten wel, en dat voor de prijs van 800 bath.
In Phetchaburi hebben we wat rondgereden in de stad en werden aangetrokken door mooie witte gebouwen op een berg.
Hier zijn we heengereden en dit bleek een geweldig mooie attractie.
Voor 150 bath per persoon hebben we hier vele honderden trappen beklommen waarbij we altijd in de gaten werden gehouden door honderden apen.
Deze krengen hadden het op ons drinken voorzien en op de plastic zak waar Wilma het boek met de stadsplattegronden had.
We hebben dan ook gauw alles opgedronken en Wilma heeft het boekje inclusief plastic zak in haar broek moeten duwen.
Vanuit deze hoogte hadden we een prachtig uitzicht over de stad en konden eigenlijk niet geloven dat alle gebouwen op deze hoogte te voet te bereiken waren met voetpaden met elkaar verbonden waren.
Op deze heuvel was het paleis van … gebouwd en men kon alles bezichtigen met een prachtig uitzicht over Phetchaburi.
Daar hadden we totaal niet op gerekend.

Op de terugweg hebben we een heerlijk gebak in een metalen vorm gegeten, maar dit was zo lekker, dat het al op was voordat we er foto’s van gemaakt hadden.

De weg naar Cha-am was kort en zodoende hebben we nog ontbijt in het hotel gehad, de zoveelste keer spiegeleieren, worstjes, uitgebraden spek en geroosterd brood met jam en de superzoete nep jus d’orange.

Met deze proviand zijn we naar Cha-am gefiets.

Onderweg reed ik over een bobbel en hoorde alleen maar sssssst.
Een kapotte band dacht ik direct, maar nee hoor, het was een slang waarover ik gereden was en die ik waarschijnlijk lek gereden heb.
We hebben overigens zeer veel dode slangen onderweg op de weg gezien, en 2 levende welke we wel hebben kunnen ontwijken.
Met deze enige noemenswaardige gebeurtenis, kwamen we voor de middag in Cha-am aan waar we rechtstreeks naar het Unico Sandara hotel gereden zijn.

Een luxe hotel rechtstreeks aan de boulevard en dus ook aan het strand.
Zodoende hebben we een kamer met zeezicht genomen en hadden daarom ook een balkon waar we lekker ‘s avonds naar de zee en de drukte op de boulevard hebben gekeken.
Het hotel had een zwembad op de 7de etage en hier hebben we die dag ook een uurtje afkoeling gezocht.
In een van de ontelbare restaurantjes hebben we heerlijk Thaise kost gegeten en de rest van de avond over de boulevard gewandeld.
We wilden de drukte ontvluchten en zijn de volgende dag na een zeer exclusief, maar eigenlijk te laat ontbijt (want dat kon pas vanaf 7 uur) op de fiets gesprongen en via het zeer toeristische Hua-Hin naar Sam Roi Yod gereden, waar we wederom via agoda een klein huisje geboekt hadden in het Koram Resort, rechtstreeks aan het strand.
Hier waren slechts weinig toeristen en dit zou ons het intieme strandgevoel geven aan een tropische kust.
Om daar aan te komen moesten we eerst echter 75 fietskilometers afleggen, maar dit ging bijna vanzelf, aangesterkt door een flinke portie gebakken bananen langs de weg en menige fles water om de liters zweet aan te vullen.
Zo hier en daar hebben we een foto gemaakt van een opvallend beeld of bouwwerk.

20 km voor onze eindbestemming hoorde ik piong en merkte ik dat in het achterwiel een spaak gesprongen was.
Dit was bij Wilma overigens ook al gebeurd 20 km nadat we Ayutthaya verlaten hadden.
We kwamen rond het middaguur aan in het Koram resort, waar we precies dat vonden wat we gedacht hadden.
Een uitgestrekt wit strand met palmbomen en enkele kleine resorts aan de strandweg,
Het vriendelijke personeel zag direct dat we dorst en honger hadden, zodat we na een heerlijke maaltijd genoten hebben van het uitzicht.
Hierna een strandwandeling van enkele kilometers waarbij ik opmerkte dat de sensorchip van mijn fotocamera toch te lijden had gehad van de airco’s, want er zat een condensvlek op de sensor die niet meer te verwijderen was.
Op het strand lagen enkele reusachtige kwallen die ervoor zorgden dat we niet zijn gaan zwemmen.

De huisjes waren eenvoudig en ondanks het feit dat de airco flink over ons bed heen blies wisten de muggen ons tijdens de slaap flink te pakken te nemen.
Ik heb de muggensteken geteld, het waren er bij mij 80 en bij Wilma 40. Dan denk je nog even aan malaria en andere nare gevolgen.
We hadden ons die nacht niet met muggenolie ingesmeerd, maar natuurlijk de nacht daarna wel.

Tegen de avond hadden we een uitvoerig gesprek met een Zwitser die al menige tijd in Thailand verblijft en  aandachtig hebben wij dan ook geluisterd naar zijn kennis van de Thaise cultuur en zijn mooie reisverhalen.
Zijn grote hobby was het fotograferen van de Thais en hun dagelijkse bezigheden. 

Na deze 2 daagse rustpauze hebben we de volgende ochtend de fietsen gezadeld en zijn we terug gereden naar Hua Hin, waar we een hotel midden in het centrum hadden geboekt.
Deze 45 km naar Hua Hin, was de laatste fietstrip die we zouden maken, want we wilden in Hua Hin een taxi nemen naar het 260km hogerop gelegen Ayutthaya om daar onze fietsen achter te laten.
Van het rustige kustplaatsje Sam Roi Yot naar het zeer toeristische en drukke Hua Hin was een grote tegenstelling.
In Hua Hin was het dus ook eenvoudig om een taxi naar Ayutthaya te regelen voor een slordige 3000 baht..
Onderstaande foto’s geven een idee van Hua Hin en de veelvoud van zeevruchten welke op de avondmarkt aangeboden werden.

In Hua Hin Hadden we gekozen voor het Thipurai City Hotel.