Website van de Henk & Wilma Rinkens

2013-11 Loi Krathong

Loi Krathong, het feest van het licht.

Op 14 november reden we naar Schiphol voor onze vakantie naar Thailand, die ditmaal in het teken stond van het Loi Krathong.
Op het vliegveld zouden we Jan en Marjo ontmoeten, die samen met ons de eerste 3 dagen in Thailand zouden doorbrengen.
Kwart voor 10 arriveerden we in Schiphol en nadat we onze koffers bij de check-in balie hadden achter gelaten troffen we ook Marjo en Jan.

De vlucht verliep voorspoedig en zodoende landde wij om 7 uur in de ochtend in Bangkok.
Hier activeerden we onze simkaarten voor onbeperkt internet en zijn bereikbaar onder nummer +66-88-4981589 (ook voor Whatsapp)
Met de taxi reden we naar ons vertrouwde Baan Thai House, waar we rond 9 uur arriveerden.
Aangezien het nog erg vroeg was zijn we eerst met de veerboot overgestoken naar het centrum van de stad en over de plaatselijke markt gewandeld.
Bij het zien van de vlees en vis afdeling van de markt, zei Marjo dat ze graag vegetarisch at en dat ze niet veel om vlees gaf.
Na de wandeling was het tijd voor een soepje en zodoende hebben we ons met de tuk-tuk naar een soeprestaurant laten brengen.

Daar aangekomen was het volle bak en waren we blij dat we bij 2 dames aan tafel mochten aanschuiven.
De soep was heerlijk, maar Marjo liet het vlees in het kommetje, waarschijnlijk nog denkend aan het vlees op de markt.
Na de soep overviel ons de moeheid van de lange reis en zijn we met de tuk-tuk teruggereden om iets te rusten op bed.
We besloten de avond met een maaltijd in het BTH en een glaasje wijn op het terrasje voor onze bungalows.
De volgende ochtend heb ik na het ontbijt, de fietsen uit de berging gehaald en de wielen van mijn fiets gewisseld. (Ik had een set nieuwe wielen in Nederland gekocht omdat het voorwiellager tijdens de laatste dag van onze vorige vakantie stukgelopen was)
Op onze fietsen en leenfietsen van het BTH hebben we de Wat Wihaan Phra Mongkhon Bophit en de Wat Phra Mahathat bezocht.
In deze eerste tempel staat een het grootste bronzen Boeddha beeld van een zittende Boeddha in Thailand.
De Wat Phra Mahathat omvat de overblijfselen van het paleis van koning Rama V en IV dat door de Birmezen in de 18de eeuw vernietigd is.
Het pleistermateriaal heeft de tand des tijd niet doorstaan en zodoende moet men enige fantasie gebruiken om van de rood stenen gebouwen en cheddies en stupa’s een voorstelling te maken van de prachtige paleizen van toen.
Het pleistermateriaal werd vroeger gemaakt van een mengsel van zand, kalk en het sap van suikerriet.
Een stenen afbeelding van het hoofd van Boeddha, ingegroeid in de wortels van een boom, zijn een bekende toeristenattractie in de Wat Phra Mahathat.

De derde tempel, de Wat Yai Chaya Mongkol bevind zich 1km buiten het centrum en hier ligt een grote stenen Boeddha, bedekt met vele lagen gele gewaden.
Deze kon men kopen waarna deze over het beeld werden gelegd.
Na deze culturele rondrit, hebben we de trip beëindigd met een culinaire rondgang door het overdekte winkelcentrum.

Jan genoot hier van de heerlijke sushi terwijl het T-shirt van Marjo het moest ontgelden bij het openen van het zakje sojasaus.

‘S Avonds zijn we met een tuk-tuk naar een restaurant langs de rivier gereden, alwaar we een veelvoud aan Thaise gerechten hebben besteld.
Alles was overheerlijk en zodoende waren alle schaaltjes leeg op het einde van de avond.
Tijdens het eten bleken de zolen van de sandalen van Jan af te brokkelen en heeft hij de wandeling over de nachtmarkt op halve zolen moeten maken.
Hier hebben we 2 papieren hete luchtballonnen gekocht.
In het Noorden van Thailand worden deze opgelaten in plaats van het te water laten van de krathongs, maar dit ritueel heeft zich inmiddels over heel Thailand verspreid.

Op de markt kon men overal kant en klare krathongs kopen, gemaakt van natuurlijke materialen en afgewerkt met een kaarsje en wierookstaafjes.
Wij zouden echter onze krathongs zelf maken, met assistentie van de dames van het BTH.
Toen we arriveerden in het BTH, werden we uitgenodigd om samen met hun de volgende dag te lunchen.
Dit hebben we dan ook niet afgeslagen en dus kregen we weer een veelvoud aan heerlijke Thaise gerechten voorgeschoteld.

Maar vooraf hebben we het koninklijk zomerpaleis in Bang Pa-in bezocht, een plaats die bij uitstek geschikt is voor het maken van mooie foto’s. ( zie ook picasa)
Na de middag hebben we onze krathongs in elkaar geknutseld en zijn naar de nachtmarkt gelopen om deze te water te laten.

Met onze krathong hebben we op een eigen manier afscheid genomen van een goede vriend die onlangs overleden is en die als laatste wens had om nog een keertje door Thailand te reizen, zover is het echter nooit gekomen…

Voor een paar cent duwden kinderen al zwemmend de krathongs verder de rivier op, zodat deze met de stroom meedreven.
Tevens zag men al de vuurtjes van de verlichtte hete luchtballonnen aan de hemel en werd overal vuurwerk afgestoken, net zoals bij ons met nieuwjaar.

Bij aankomst in het BTH hebben ook wij onze hete luchtballonnen opgelaten.
Binnen een mum van tijd verdwenen zij de hoogte en leken uiteindelijk op sterren aan de hemel.
Volgens de Thais, neem je hiermee afscheid van het kwade en ga je een gelukkig jaar tegenmoet. ( zolang zo’n brandend object niet op iemands dak beland…)



Met een glaasje fris en wijn besloten we de avond samen met Marjo en Jan.
Zij vertrokken de volgende ochtend met de bus naar Sukothai, terwijl wij nog een extra dag in het BTH hadden geboekt om nog even lekker te chillen voor onze reis naar Cambodja.
We moesten daarom wel verhuizen van de bungalow naar de Thai villa boven het restaurant.
De volgende dag zijn we eerst met de trein naar Bangkok gereisd, waarna we de trein naar Aranyaprathet genomen hebben (2x 15 Baht en 2x 48 Baht = €1,50pp voor een reis van 8 uren in de trein)
Om 19 uur arriveerden we in Aranyaprathet en zijn we met een tuk-tuk naar het 6 km verder gelegen @ Border hotel gereden.
Een zeer net en schoon hotel, 50 meter van de grenspost verwijderd.
De volgende dag waren we al vroeg uit de veren zodat we geen lange wachttijden aan de douanepost zouden hebben.

Nadat we de Thaise douane gepasseerd waren, stond gelijk een ‘ behulpzaam’ mannetje naast ons om te zeggen waar we het visa konden krijgen en waar de bussen en taxi’s stonden en deze bleef constant naast ons lopen. (op internet waren we al voo deze praktijken gewaarschuwd)
De kosten voor het visum naar Cambodja bedraagt $20 en 100 Baht.


We waren de enige wachtenden en zodoende hadden we ons visa al na 10 minuten.
Hierna nog de emigratie kaart invullen en door de paspoortcontrole.
Het lastige mannetje liep nog steeds met ons mee…
Achter de paspoortcontrole staan gratis shuttlebussen naar het busstation.
Hier hebben we in plaats van de bus een taxi voor $48,- genomen naar Siem Reap.
Deze rit duurde iets meer dan 2 uren, maar met de bus was dit zeker 4 uren geweest.
Op de 2de helft van de rit waren vele enorme gaten in de weg die nauwelijks te ontwijken waren.
Bij het busstation in Siem Reap stond een tuktuk gereed die ons naar het hotel bracht en waarbij we door de tuk-tuk chauffeur al meerdaagse tours naar Ankhor Wat kregen aangeboden.
Om 11 uur arriveerden we in het Golden Butterfly hotel.
Een nieuw hotel met zeer mooi ingerichte kamers en ongelooflijk vriendelijk personeel dat goed Engels spreekt.
Bij een telefoonwinkeltje hebben we voor $10,- een simkaart met 5gb internet gekocht.
We zijn dus ook Cambodia bereikbaar; +85-513548193

Na een heerlijke Khmer soep en gebakken rijst met kip in het hotel zijn wij ons in de stad gaan informeren naar de mogelijke tours naar de Angkor Wat
We hebben 2 tempel tours geboekt, waarbij we tijdens de eerste tour tegen het einde van de dag de zonsondergang vanuit een heuvel zouden zien.
Het eten in Cambodia is in tegenstelling tot het eten in Thailand niet scherp gekruid. Tegen de avond, weer gegeten in het hotel, echter veel en veel te veel besteld…
Men krijgt bij sommige gerechten stokbrood geserveerd, dit stokbrood wordt ook veel in de stad aangeboden en wordt door de Cambodjanen ‘ommes pain’ genoemd, dit de danken aan de kolonialistisch van de Fransen in 1863.
Tijdens de Angkor periode van 802 tot 1350 was Cambodja onderdeel van een groot Khmer rijk en hieraan danken we de uitzonderlijk mooie tempels zoals de Angkor Wat.
De Angkor Wat is de bekendste van de vele tempels, waarbij wij er vele samen met een tuk-tuk chauffeur en een gids bezocht hebben en waarbij de verhalen die de gids ons vertelde een compleet boekwerk zouden vormen.

Wel hebben wij onthouden dat de tempels van oorsprong Hindoe tempels zijn, waarbij zowel de hindoeïstische als Boeddhistische religie naast elkaar en vreedzaam gepraktiseerd werd, maar waarbij door een van de laatste grote koningen alle Boeddha beelden vernietigd werden.

Hierna is het Khmer rijk door vele zwakke koningen en oorlogen met bijvoorbeeld Thailand ten onder gegaan en heeft nooit meer een glorie tijd gekend.

De vervallen tempels zijn nadien overwoekerd met planten en bomen en in vergetelheid geraakt tot deze door Fransen tijdens de kolonisatie ontdekt werden.
Momenteel zijn de tempels inkomstenbron nummer 1 in Cambodja.
De Angkor Thom is tevens decor geweest voor de Indiana Jones film.

De derde dag wilden we het drijvend dorp bezoeken.
Met de tuk-tuk ging het over een stoffige weg al hobbelend naar het drijvend dorp.
Gelukkig was de tuk-tuk chauffeur zo attent om ons stofkapjes te kopen.


In deze gemeenschap die voornamelijk van de visvangst leven wonen de mensen op huizen die op olievaten zijn bevestigd en zodoende blijven drijven.

Het is een grote gemeenschap die op de Mekong rivier wonen in de regentijd en in en zich in het droge seizoen naar het uitgestrekte meer verplaatsen.
In het droge seizoen droogt de rivier vaak geheel op en is deze verplaatsing noodzaak om te kunnen vissen.
Elektriciteit komt van autoaccus die wekelijks worden opgeladen.
Het meer is daarbij leverancier van vis, badkamer maar ook toilet
Enkele jaren geleden is deze gemeenschap flink geteisterd door een tyfoon en zijn veel mensen omgekomen, waaronder ongeveer 100 kinderen.
Aangezien van de regering weinig steun komt, zijn veel projecten gefinancierd door west Europese landen, waaronder Duitsland en Polen.

We hebben een school bezocht waar veel weeskinderen verbleven en hebben 25kg rijst gekocht en dit zelf bij de school afgegeven.
Tijdens een rondgang langs de klassen werden we bedankt en door elke klas in koor begroet.
Wilma mocht weer een keertje in de schoolbank gaan zitten, maar zoals jullie kunnen zien lette ze niet echt op wat er gezegd werd.

Na deze vermoeiende trip, hebben we ons weer naar de stad begeven en nog nagedacht over de vaak moeilijke omstandigheden waaronder deze mensen wonen, met name door het ontbreken van medische voorzieningen in deze kinderrijke gemeenschap.

De volgende dag hadden we minibusje geboekt naar Phnom Penh.
Als een sardientje in een blikje reden we naar Phnom Penh, dit ten gevolge van een volgeboekte minibus met een berg aan bagage en koffers.

Zoals ik al eerder gezegd heb, was de Weg naar Siem Reap slecht en vol gaten, maar dat was nog niks vergeleken met de weg naar Phnom Penh.
Het leek wel of er mijnen ontploft waren, gaten, gaten en nog eens gaten en dan veelal zonder asfalt, dus een stoffige bedoeling.

We hebben bijna 6 uren in het busje gezeten en realiseerden ons dat dit met een fiets onbegaanbaar gebied zou zijn geweest.
We waren dan ook blij toen wij om 15:00 uur arriveerden.
Na een kleine rondgang om iets te eten, hebben we op internet gekeken wat de high lights zijn van deze stad.
Na een (karig) ontbijt in het hotel hebben we een tuk-tuk naar het National Museum genomen.
De tuk-tuk chauffeur zei dat hij niet wist waar dit lag en zodoende werd ik gelijk boos omdat dit hetzelfde zou zijn als dat een taxichauffeur in Parijs de Eifeltoren niet wist te liggen.
Hij bleek dit uiteindelijk echt niet te weten, gezien de omzwervingen door de stad.
In het National Museum liggen vooral de beelden en bronzen figuurtjes die in Siem Reap bij de Angkor Tempels gevonden zijn.
Entree $5,- + $1,- om op de binnenplaats te mogen fotograferen.

Na het museum moesten me nog tot 14:00 uur wachten totdat het koninklijk paleis de deuren zou openen.
Een ideaal tijdstip om iets te eten op de hoek van een straat en om even de tuk-tuk chauffeurs even te ontlopen, want het elke 10 seconden moeten zeggen van ‘no thank you’ op de vraag ‘tuk-tuk?’ Waren we een beetje beu.
Een lekker soepje en een salade voor Wilma in een netjes verzorgd restaurant; hier zouden we vanavond weer terugkomen…

Hierna in de volle zon en op het heetst van de dag naar het koninklijk paleis.
Ook hier $10,- entree + $3,- om te mogen fotograferen.

Dit laatste werd op sommige plaatsen, namelijk in het paleis zelf, toch niet toegestaan, maar dat mocht de pret niet drukken.
In de Silver Pagoda mocht ook niet gefotografeerd worden.
De gehele vloer bestond uit zilveren tegels en dan niet te vergeten de vele gouden Boeddha beelden.

En dan te bedenken dat Boeddha eerst een prins was die afstand van alle rijkdom heeft genomen…

De volgende dag stond de ‘killing fields’ en de S21 gevangenis in Phnom Penh op het programma.
Tijdens het bewind van Pol Pot in de jaren 70 zijn 3 miljoen Cambodjanen door hun eigen landgenoten op een verschrikkelijke manier gemarteld en vermoord, dat was een kwart van de bevolking van Cambodja.
Pol Pot wilde een volledig nieuw communistisch systeem invoeren, waarbij geen ruimte was voor intellectuelen en landarbeiders en volgers van het regime de macht zouden krijgen.
Ieder met een andere mening, jong of oud, mensen die een vreemde taal spraken, geschoolden, fabrieksarbeiders werden gemarteld in de S21 gevangenis in Phnom Penh of in een van de andere vele gevangenissen en werden vermoord (met een hamer, schop, bijl of ander landbouwgereedschap) en daarna in een massagraf begraven.

Naast een van de massagraven in een van de Killing Fields bij Phnom Penh was een boom die momenteel versiert is met duizenden tempel armbandjes.
Hier zijn baby’s voor het aangezicht van hun moeder vermoord, door hun bij de benen te pakken en met het hoofd tegen de boom te slaan.

In de jaren 80 heeft men de massagraven ontdekt en bij Phnom Penh heeft men bij een van de grootste massagraven een tempel gebouwd waar men de hoofden van 17.000 mensen bewaard heeft.

Tijdens een avondritje met de tuk-tuk door de stad zag ik een paar mensen op een brommertje zitten.
3 personen op een brommer is al bijna normaal, 4 personen zien we vaak, 5 personen is zeldzaam, maar 6 hadden we nog niet gezien, dus snel een foto gemaakt van dit unicum.

De volgende dag hadden we een vlucht geboekt van Phnom Penh naar Bangkok via Asia Air.
Aangezien deze pas laat op de middag was, hebben we eerst nog in de ochtend een bezoek gebracht aan de Wat Phnom, een tempel op een kunstmatige heuvel van 27 meter.

Een uurwerk aan de voet van de tempel was wel opzienbarend, met name de in relatie met de grote van het uurwerk snel draaiende secondewijzer.

Ondanks de entree van $1,- was deze niet spectaculair en men weigerde zelfs mijn $5,- biljet omdat er een 3mm lang scheurtje in de vouwnaad zat.
Ook de zeer vriendelijke taxichauffeur, die ons om 1 uur voor $12,- naar het vliegveld bracht wilde dit biljet niet accepteren.
Ik vroeg hem hoe het kwam dat de wegen zo erbarmelijk waren, waarop hij antwoordde dat de regering corrupt was en het geld dat hiervoor binnen kwam in hun eigen zakken belandde.
Hij zou de volgende verkiezingen op een andere partij stemmen, maar zei ook dat dit weinig doel had omdat met de verkiezingen steeds gesjoemeld werd.
Uiteindelijk lukte het inleveren van dit Dollar biljet wel bij een drankenstalletje op de luchthaven, waarbij we ook nog 4000 Riel kwijt werden (= $1.-)

Na een dik uurtje vliegen landde we weer op het Don Mueang vliegveld in Bangkok, waarbij dit voelde alsof we weer ‘thuis’ waren…tja, geef ons maar Thailand.
Het constante gezeur van bedelende kinderen, de veelal erbarmelijke omstandigheden waar mensen in moeten leven, de vervelende tuk-tuk chauffeurs die maar bleven vragen ‘tuk-tuk?’ terwijl je bijvoorbeeld net uit een tuk-tuk stapt, de zeer slechte wegen en het stof dat dit met zich meebrengt, de soms absurde prijzen in Dollars, waarbij je altijd moet afdingen, zijn we in Thailand niet tegengekomen.
Laat staan als je in Cambodja ziek wordt of met de politie in aanraking komt.
Thailand voelt gewoon veilig! ( zolang men zich aan de regels houdt en als een gast gedraagt)
Een taxichauffeur bracht ons naar de 150km verder gelegen kustplaats Bang Saen, een voor ons bekende plaats, waar we een hotel geboekt hadden om 4 dagen te chillen; het Bang Saen Herritage hotel.
Jammergenoeg miste deze een afslag op de highway en was de daaropvolgende afslag afgesloten en zijn we 30 km omgereden, waardoor we pas na 21 uur in het hotel aankwamen.

Een bungalow op steenworp afstand van het strand en een gevulde minibar met elke dag gratis frisdrank en water; heerlijk!
Op 2 km van het hotel bevond zich een groot winkelcentrum waar we iets gegeten hebben en waar ik even naar de kapper ben geweest, omgerekend €5,- voor wassen en knippen.
Het strand was vrijwel leeg, aan deze badplaats komen vrijwel alleen Thais in het weekend uit Bangkok die even de drukte van de stad willen ontvluchten.

Een plek die bij uitstek geschikt is om van vis en andere zeevruchten te genieten.
Waar we zeker van genoten hebben, was het ontbijtbuffet in dit hotel, het beste dat we in jaren zijn tegengekomen.

Op vrijdag begonnen al wat meer Thais deze badplaats te bezoeken, maar dat betekende nog niet dat tegenover ons hotel de strandstoelen bezet waren.
We waren ter plaatse de enige badgasten en voor 2x 30 Baht hebben wij ons 2 strandstoelen gehuurd met tafeltje en parasol.

Deze laatste hadden we het meest nodig, de zon was zeer intens en zodoende had Wilma, ondanks zonnecrème al na korte tijd een rood tintje.
Ik heb mij niet in de zon gewaagd en ben in de schaduw van de parasol gebleven.
Thaise badgasten gaan normaal gesproken niet uit de kleren, tenzij dat het een Thaise is die een westerling bij zich heeft.

Een tiental meter verderop had een groep schoolkinderen waarschijnlijk een schoolreisje naar het strand, maar dus ook hier geen zwembroekjes en bikini’s of badpakken, maar gewoon met de schoolkleding aan in het water.

De meeste mensen die Bang Saen bezoeken komen voor het strand.
Een minder bekende attractie is het Bang Saen aquarium, dat gevestigd is in het Marine Science Instituut van de universiteit in bang Saen.

We hebben dit aquarium bezocht, waarbij voor de westerlingen andere entreeprijzen gelden dan voor de Thais. (60 Baht voor de Thais en 180 Baht voor de rijke westerlingen, tja verschil moet er zijn.)
Na het bezoek aan het aquarium zijn we een massagesalon binnen gestapt en hebben we ons een uur laten kneden, waarbij Wilma een Thaise massage kreeg en ik een oliemassage.
Hierna terug naar het hotel omdat we hier een reservering hadden staan voor de avond.
We hadden een uitstekende keuze gemaakt met het Bang Saen Heritige hotel, dit hotel was voortreffelijk.
Dat bewees zich het meeste nadat we gereserveerd hadden voor het buffet.
Voor 350 Baht per persoon, konden we onbeperkt genieten van Thaise gerechten uit alle windstreken, en tevens van de Koreaanse, Maleise Chinese en Japanse keuken, kortom een streling voor de tong.




Om toch maar even een paar te noemen; Peking eend, Sushi, diverse curries, scampi’s, Dim Sum, barbecue, schaaldieren en tevens prachtig gegarneerde desserts en
De foto’s zeggen waarschijnlijk genoeg…

Minder aangenaam was het feit dat volgende week een autorally door Bang Saen wordt gehouden en dat men dit weekend al aan het oefenen was.
Aangezien onze bungalow op 20 m van de straat lag, cq het circuit lag, hoorden we de hele avond tot 2 uur in de nacht alleen het gebrul van getunde auto’s, slippende banden en autostereo’s met basboxen van zeker 1000 Watt.
Tot die tijd hebben we dan ook geen oog dichtgedaan en bleven we hopen op een harde hand van de mannen met de blauwe pet, maar helaas…
De volgende ochtend zijn we door het hotel met een minibusje naar de bus opstapplaats gebracht en zijn we met een busje voor 110 Baht per persoon binnen anderhalf uur naar het Victory monument in Bangkok gereden.
Van daaruit met een minibusje voor 60 Baht per persoon plus 60 Baht voor de koffers in 1 uurtje naar Ayutthaya gereden, waarbij we voor de laatste 2 kilometer een tuk-tuk naar het BTH hebben genomen.

In het BTH alleen gerust van de vele indrukken van afgelopen vakantie en de volgende dag samen met de dames van het BTH lekker geluncht.
Door de verscheidenheid en smaak van de gerechten zijn we vergeten hiervan foto’s te maken, maar zien zegt toch niets, men moet deze proeven.
Na deze lunch werden aan een kraam aan straat nog enkele zoete desserts gekocht voor na het avondeten.

Wij zijn 2 dagen in Ayutthaya gebleven en hebben hierna een tuktuk naar het busstation in Ayutthaya genomen om met een minibusje weer naar Bangkok te rijden.
De minibusjes rijden wanneer ze vol zijn ( 15 passagiers en zijn in een uurtje bij het Victorie monument
Van daaruit met de Skytrain naar de halte Punnawithi en van daaruit nog 200 meter lopen naar het Baan Montida Service appartement.

We kregen een kamer op de 17de etage met natuurlijk een geweldig uitzicht richting het noorden van de stad.
Met name bij nacht is dit een geweldig gezicht.
In Bangkok was men al bezig met de voorbereidingen voor de 5de december.
Nee niet sinterklaas, maar de verjaardag van koning Bhumipol wordt dan gevierd.
Overal in het land zijn dan festiviteiten.
De koning zelf logeert al menig jaar in zijn paleis in Hua Hin.
Men kon de afgelopen dagen gratis met de trein naar Hua Hin reizen om het feest daar bij te wonen.
In Bangkok wordt dit natuurlijk ook geviert en tevens waren overal al de kerstversieringen aangebracht.
Bij het Siam winkelcentra was een groot podium opgebouwd en werden optredens gegeven.
Tegen de avond zijn we met de gratis shuttleboot naar de night bazaar Asiatique gevaren waarbij men zowel de bekende kitsch alsook mooie sier en kunstvoorwerpen kan kopen.

Gekocht hebben we niks, maar wel onze magen gevult met de Thaise keuken met zeevruchten, dwz mosselen garnalen en inkvissen op een heerlijke manier bereidt.

Gepost door Henk Rinkens